Stuwey Reijnders: Zes dagen trainen, 'gas' op zondag 16-03

Motocrosser Stuwey Reijnders uit HEESCH


Het leven van een fanatieke motorcrosser is best overzichtelijk. Fulltime werken is not done, dat hou je net een maand vol. Er moet 's middags vooral worden getraind. Nederland heeft alleen niet in elk dorp een crossbaan, laat staan dat daar altijd op gereden mag worden.

Stuwey Reijnders


Neem Oss, volgens Stuwey Reijnders de mooiste baan van het land, maar enkel en alleen bij een paar wedstrijden per jaar toegankelijk. Op dinsdag en woensdag wordt er daarom getraind in Lommel of Veldhoven. De andere middagen, 's ochtends bezorgt de Heesche crosser fruit bij één van zijn sponsors, is het of hardlopen of fietsen. Afhankelijk van het strenge schema dat bondscoach Leon Giesbers voor hem en zijn maatje Glenn Coldenhoff (ook van het Van de Wetering MX- team) heeft opgesteld. Vijf dagen trainen, met de zaterdag erbij zes, en dan 'gas' op zondag. Zo noemt Reijnders dat. " Ik heb geen hekel aan trainen, maar die wedstrijd op zondag voelt wel als de beloning voor het harde werk."

Daarom was hij in de maand februari niet altijd de gezelligste in huize Reijnders. Met een hand in het gips stonden zijn motoren, hij heeft er vier, allemaal vijf weken stil. Het lopen en fietsen werd niet beloond. Maar morgen is het weer 'gas' voor Reijnders, als in Gemert zijn seizoen begint met de eerste van zeven wedstrijden om het Open Nederlands Kampioenschap. Samen met het EK het belangrijkste doel voor het 19-jarige motorcrosstalent.

Na het rampjaar 2008, Reijnders brak een enkel en een sleutelbeen, moet dit seizoen weer gaan lijken op dat van twee jaar terug. Al ging het dus in de voorbereiding weer mis. Na een prima winterstage in Spanje, vaste prik voor Reijnders en Coldenhoff, ging hij bij een indoorwedstrijd in Goes voorover op een triple, drie bulten achter elkaar. Krak zei de ellepijp.

Maar de eerste de beste dag zonder gips klom Reijnders op zijn motor. " Ik mis daardoor nog motorconditie. M'n uithoudingsvermogen is echt heel goed, maar bij een wedstrijd komt meer kijken. Je armen en benen verzuren en het is een andere vorm van concentratie. Dat is een kwestie van uren maken."

Een concrete doelstelling maken voor dit seizoen, durft hij daarom niet aan. Laat staan voor Gemert. "Een zware baan. Als ik bij de eerste vijftien rijd, ben ik al blij. Zonder blessure ga je al snel voor dikke top tien. Maar ik moet mijn krachten over twee manches verdelen en rijd nog met tape en een brace. Het is niet mijn gashand, maar toch voelt het niet zoals het zou moeten."

Aan zijn machine zal het niet liggen. Die komt morgen voor het eerst onder het zeil vandaan. "Heerlijk is dat. Je bent de gewone trainingsmotor gewend, maar de racevariant is op en top getuned. De wielen, de vering, alles is speciaal. Daar hoef je niet aan te wennen. Het hekje gaat neer en gas!"

Bron: Brabants Dagblad - Rik Spekenbrink

TOP